Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorts [van] het [27]gebouw, dat [28]voor aan de afgesneden plaats was [in] den hoek des wegs naar het [29]westen, was de breedte zeventig ellen, en [van] den wand des gebouws was de breedte vijf ellen rondom henen, en de lengte daarvan negentig ellen. 27. Hierdoor verstaan enigen het muurwerk in het oosten, zuiden en noorden, met een achtermuur in het westen, door welken een gedeelte van het voorhof afgesneden en afgezonderd was; vergelijk onder hfdst.42 vs.1. 28. Hebreeuws, voor het aangezicht. 29. Hebreeuws, de zee, gelijk doorgaans.